Het is mooi om steeds weer te zien hoe enthousiast én ook vroeg de leden van ’t Nut altijd weer in grote getale aanwezig zijn bij deze reisjes, waardoor er volop gelegenheid was voor handjes schudden en vriendelijk knikjes van herkenning. Ook onze immer gezellige leden uit Alkmaar, Edward en Trix (zus van ons bestuurslid Willemien) waren wederom van de partij
Op het afgesproken vroege uur arriveerde
onze vaste bus van ZDS met chauffeur/eigenaar Jan en ontwaarde ik weer de tekst ‘Daar komt die dan… ‘ op de voorkant van zijn bus.
We begonnen bijna nog met een groot probleem, omdat Jan aanvankelijk bezwaar maakte tegen het meenemen
van de scootmobiel van onze reisgenoot Henk Weijens, wat kennelijk wettelijk niet is toegestaan, maar nadat hij begreep dat dan ook de reis voor Henk en zijn Joke hierbij op de tocht zou komen te staan, kneep hij een oogje toe en hielp ons, hulpvaardig
als altijd, Henk’s onontbeerlijke extra vervoer de bus intillen.
Niet Joure maar Drachten werd door de met een uur vervroegde vertrektijd onze eerste koffiestop in een keurig Van der Valkrestaurant, alwaar wij van lekkere koffie, cappuccino, thee en gebak genoten. Tevreden vertrokken wij hierop naar Papenburg vlak over de Groningse grens met Duitsland.
Hier kregen we een interessante rondleiding op scheepswerf Meyer waar op duidelijke en goed
georganiseerde manier een goede impressie
gegeven werd van hoe zij hun oceaanreuzen bouwen.
Onze Nederlandse gids Steven, oorspronkelijk Amstelvener en na zijn pensioen verhuisd naar het rustige Papenburg en hier zijn pensioen met dit rondleidingswerk wat aanvullend, kweet zich hierbij met verve
van zijn taak. We waren best onder de indruk van de daar geleverde prestaties.
Vervolgens een prima verzorgde lunch gebruikt, niet ver van de werf vandaan en daarna op naar Sieversen onder de rook van Hamburg om aldaar, bij het hotel aangekomen, begroet
te worden door een omvangrijk figuur, Rob geheten, de enige Nederlands sprekende die we vervolgens daarna bijna niet meer gezien hebben.
Het betrof een eenvoudig ietwat gedateerd bruin hotel met aardig personeel en meubilair wat men doorgaans op onze
Westfriese Beurs in Blokker terugvindt. Ons bed was geleverd door de fa. Krakestein, maar doordat we ’s avonds meestal moe en voldaan genoeg waren heeft dat bij het slapen nauwelijks problemen opgeleverd. De matrassen waren dan ook prima!
De eerste
avond werd bij het diner een lekkere kruidige schnaps aangeboden door hotel Holst.
Onze vaste barbediende, Achmad al Alawi uit Jordanië, deed zijn uiterste best om ons goed te bedienen, wat voor hem door de vreemde huisregels niet altijd
even gemakkelijk was. Men moest n.l. meerdere malen tussendoor afrekenen, waarbij op de eerlijkheid van ons als klant een groot beroep gedaan werd omdat het bijhouden van de consumpties bij hen niet gebruikelijk was. Het noteren van de consumpties op je kamernummer
bleek ook niet mogelijk, wat weer voortsproot uit het ontbreken van ook maar enige mate van automatisering. De mogelijkheid tot pinnen was in hotel Holst eveneens ook nog niet doorgedrongen, maar dit kan natuurlijk alles te maken hebben met belastingtechnische
zaken. Ik heb daarom de door ons genuttigde consumpties ten slotte zelf maar op de achterkant van een bierviltje bijgehouden en steeds weer na barbezoek, diner en de avond in de bar afgerekend.
De buffetontbijten- en diners waren van een uitstekende kwaliteit,
wat de andere tekortkomingen van het hotel gelukkig weer ruimschoots compenseerde.
De avonden na het diner werden vaak in verschillende groepjes nog eens gezellig gevierd, waarbij sommigen ons trakteerden op een deel van de inhoud van hun respectievelijke
moppentrommels.
Het was er altijd ‘bar’ gezellig ! De laatste avond sloeg mijn mop over de zwarte man met de grote handen en lippen nogal aardig in, terwijl ik de uitsmijter van de mop over “De pinquin” eigenlijk daarvoor gereserveerd
had! 😊 Misschien voor de volgende reis dan?!?
De 2e dag hebben we met de bus al rondrijdend Hamburg bezocht met vakkundige uitleg door een aardige Nederlandse dame die met een duidelijke, enigszins schrille stem ons op allerlei interessante details
van Hamburg opmerkzaam maakte en ons tijdens de rondrit haar lievelingsboom, een sierkers liet zien. Het was inderdaad een prachtig grote in volle bloei staande boom, maar een al schaterlachend Enkhuizer busgezelschap heeft haar nog een korte cursus
‘herkennen van bomen en struiken’ gegeven, omdat het hier een raszuivere magnolia betrof. Of men haar nog geleerd heeft dat het ook nog weleens een tulpenboom genoemd wordt is mij helaas door het lachen ontgaan.
Vervolgens hebben we met haar
in een prachtige oude en na de oorlog gerestaureerde Luthers hervormde kerk nog even rustig kunnen genieten van een kort orgelconcert op de drie orgels die deze kerk rijk was. Daarna kon een ieder nog even het centrum in om wat foto’s te maken van de,
helaas spaarzaam, overgebleven mooie gebouwen die Hamburg nog rijk is, waaronder het van buiten maar ook van binnen mooie Rathaus en gingen we, vergezeld door voorzitter Ton met zijn Jeanny ergens in een winkelcentrum, de Europapassage, op zoek naar een snelle
hap om de inwendige mens weer wat te versterken, hetgeen uiteraard ook prima lukte.
Na nog wat rond geflaneerd te hebben trakteerde Jeanny onze dames en zichzelf nog op een heerlijk Italiaans ijsje en zochten we de bus weer op om naar de haven gebracht
te worden voor een rondvaart in de haven.
Helaas parkeerde de bus voor Henk Weijens noodgedwongen wat ver en omdat hij deze keer geen gebruik kon maken van zijn bijna onmisbare scootmobiel moest hij met een kruk aan de ene en Joke aan de andere
arm het traject naar de boot te voet afleggen, wat hij manmoedig volbracht.
Na ingescheept te zijn in het half open bootje, alwaar de meesten van ons toch wat beschutting zochten tegen de koude en stevige wind maakten we een tochtje van een
uur door de haven van Hamburg, waarbij de kapitein, die als boef in een Duitse krimi niet misstaan zou hebben, het stuur overgaf aan zijn ketelbinkie om ons met een asgrauwe steenkolen stem met een waarschijnlijk zwaar Hamburgs accent al grommend en
grapjes makend in een microfoon ons van alles probeerde uit te leggen en waaruit alleen de aanwezige Duitse meevarende toeristen soms iets konden opmaken, gezien hun soms wat flauwe lachjes. Na een korte wijle gaf ik het dan ook maar op om naar hem te luisteren.
Al buiten zittend in het zonnetje met een stevig briesje door mijn haren genoot ik toch al met volle teugen.
Het ketelbinkie deed overigens zijn uiterste om de tocht wat meer spanning te geven, door na een scherpe bocht gemaakt te hebben zeer dicht onder
de achterkant van een enorm Chinees mammoetcontainerschip door te varen, er zeer vlak langs te varen en bij de voorkant aangekomen er vervolgens weer heel dicht onder de voorpunt door te varen, waarbij je dit enorme schip boven je hoofd bijna met de hand kon
aanraken. Tijdens het zeer dichtbij langsvaren van dit grote schip moest ik onwillekeurig denken aan het verhaal van een goede kennis die als zeeman vaak in havens als Aden en Suez placht te komen, waarbij de bemanning de gewoonte had om de dag ervoor hun
behoeftes na het wc-bezoek niet weg te spoelen en wanneer de als horzels aanstormende Arabische kooplieden in hun ranke bootjes langszij gekomen waren werd een algemeen teken gegeven, waarop bijna tegelijkertijd alle wc’s doorgespoeld werden en
er een stortvloed uit de zich aan de bewuste zijkant bevindende spuigaten kwam met de nodige onwelriekende gevolgen voor deze arme kooplui. En ik zat in het open gedeelte van het bootje en wij voeren zeer dicht aan het schip voorbij !! Ik had even de
neiging om gauw naar binnen te gaan.
Overigens dient nog vermeld te worden, dat wij tijdens de gehele reisperiode best redelijk goed weer gekend hebben, waarbij het zonnetje zich vooral de eerste dagen regelmatig liet zien maar men i.v.m. de frisse wind toch steeds goed gekleed moest zijn. De laatste dag was de hemel wat grauw maar de wind beduidend minder en de temperatuur wat hoger. We hebben niet één keer een paraplu nodig gehad! Al met al hebben we zeker geboft met het weer! Ik hoop dat de volgende groep, die volgende week gaat het minstens zo mooi zal hebben.
Op de 3e dag stond er voor de ochtend een bezoek aan de Lüneburger heide op het programma.
Bij de grote heide in Undelo aangekomen stonden
er reeds 3 grote geopende karren met elk twee paarden ervoor op ons te wachten. We werden geacht via een aangelast trapje erop te klauteren, wat zelfs ook voor onze Henk geen onoverkomelijk bezwaar bleek te zijn. Gezien het feit dat het toch nog wel
wat fris was zo in de ochtend waren de koetsiers zo vriendelijk om ons dekens te verstrekken om over onze benen te leggen, wat achteraf bepaald geen overbodige luxe bleek te zijn. Helaas kon één paar, gezien de toestand van de rug van de echtgenote,
niet aan het tochtje deelnemen en bleven achter bij het erbij gelegen restaurant.
Met een gezapig vaartje werden we de mooie en grote, maar helaas nog niet bloeiende, heide over gereden. Het gezapige karakter van de rit veranderde in galop als we een
heuvel op moesten wat bij het nieuwe lid Peter uit Winkel met zijn meegereisde Molukker kroepoekje Carol een luid ‘Kiddy-up go’ ontlokte !!
Bij mij, hoe morbide ook, kwam het gevoel van de dodenrit in de trojka van drs. P. hierbij boven
drijven. Gelukkig kon voorzitter Ton er wel de humor van inzien en fantaseerden wij samen wie er tijdens de rit, achtervolgt door wolven, vervolgens uitgegooid zouden worden.
Trojka hier, trojka daar, overal zit paardenhaar.
Trojka hier,
trojka daar, zachtjes snort de samovar.
Trojka hier, trojka daar, met een Slavisch handgebaar, etc.,etc..
De aansluitende koffietafel in het restaurant was ook weer bijzonder. Zelfs het WC-bezoek was een aparte ervaring omdat de verlichting in de kelder, waarin de toiletten zich bevonden, niet werkte. Ik heb eerst mijn ogen een tijdje laten wennen en heb vervolgens bijna op de tast getracht zo netjes mogelijk in het urinoir te mikken, wat mijns inziens wel gelukt is want schoenen en broek waren nog droog bij het verlaten van de kelder. Gelukkig waren er boven ook nog andere, wel verlichte , toiletten.
De enorme punt gebak bij de koffie heeft de verdere dag nog rechtop in mijn maag gestaan waardoor het consumeren van een echte Duitse bratwurst in Lüneburg, wat ik me vast voorgenomen had, helaas geen doorgang kon vinden. Wel zo economisch dus!
Hierna het stadje Lüneburg bezocht. Na drie kwartier waren wij wel 40 meter gevorderd, doordat onze dames steeds voor hen leuke
winkels tegenkwamen zoals een Tom Tailor, een Esprit e.d.
Terwijl Henk steeds geduldig op zijn scootmobieltje gezeten op de vrouwen wachtte heb ik de winkelstraat meerdere malen heen en weer kunnen lopen en zelfs sommige winkels, weliswaar zonder
resultaat, kunnen bezoeken.
De 4e en laatste dag naar Bremen. Alle koffers, rollators en het inmiddels beruchte vervoermiddel van Henk waren weer in de bus geladen, een afscheidsgroet van de vriendelijke hoteleigenaar Peter Holst en
‘Daar gaat die dan…’ kon deze Peter op de achterkant van de bus nog net lezen.
Vervolgens in Bremen aangekomen een rondrit door deze stad met een Nederlands sprekende Duitse gids, die in staat bleek om een normaal gesproken vrij oninteressant
havengebied toch nog best interessant te laten lijken.
Hierna gebruikten we eerst een gezamenlijke lunch in restaurant Friesenhof (het ‘West’ ontbrak nog net aan de naam) in het midden van Bremen en werden we vervolgens nog een keer
losgelaten om het centrum van het oude Bremen te aanschouwen met zijn in beeldvorm uitgebrachte Bremer muzikanten, die wij natuurlijk ook al van ons Sprookjeswonderland kennen.
Bremen vind ik persoonlijk iets mooier dan Hamburg en is, denk ik, ook
voor graag winkelende vrouwen leuker.
Gezien mijn interesse voor bouwstijlen en soorten metselwerk kwam ik hier ook ruim aan mijn trekken. In de korte tijd die ons nog restte wisten onze vrouwen ook nog een paar flessen van hun favoriete drankje te scoren,
die uiteindelijk zonder problemen heelhuids zijn thuisgekomen.
Daarna op weg naar huis om uiteindelijk bij Emmeloord – in restaurant Aan Een - nog eens neer te strijken voor een heerlijk afscheidsdiner. Om ± 20:45 uur arriveerden we weer bij het station van Enkhuizen, waar iedereen kennelijk enorme haast had om huiswaarts te keren, want nadat ik de auto even opgehaald had, die achter op het parkeerterrein stond en met auto terugkeerde stonden daar slechts alleen nog Henk, Joke en mijn Riny met koffers en scootmobiel te wachten. Iedereen was verdwenen en heb ik zelfs niet nog één keer ‘Daar gaat ie dan’ op de achterkant van onze bus kunnen lezen.
Ondanks dit wat abrupte einde was het toch een héél geslaagd reisje met de complimenten voor Jan met zijn ZDS-bus. Wat kan die kerel zich in de meest kleine straatjes met zo’n grote bus gemakkelijk voort bewegen. Zeker ook complimenten voor onze voorzitter Ton en zijn, voor iedereen, zorgzame echtgenote Jeanny en ons andere bestuurslid Willemien !!
Ik hoop, dat de andere groep die straks met 2 bussen gaat ook een fijne reis en mooi weer zal hebben. Het is wel jammer dat door het succes van deze reisjes het haast niet meer mogelijk is om allemaal
gezamenlijk op reis te gaan, zodat we nooit scheve gezichten kunnen krijgen omdat de ene groep soms betere omstandigheden heeft gekend dan de andere.
Voorzitter Ton keek me tijdens de reis nog eens bezorgd aan en deed de uitspraak: “Ik hoop niet,
dat we nog ten onder gaan aan ons eigen succes !?!”
Nou Ton, ik denk dat alle leden dat wel met je eens zijn en daarom staat onze vereniging dan ook open voor allerlei positieve suggesties voor toekomstige meer grootschalige reizen.
Nou ja,
elke suggestie van welke aard dan ook is altijd welkom bij het bestuur van ‘Nut.
Tot een volgende reis allemaal!!
Henk W. van der Spek